De cornet wordt bespeeld zoals de trompet, maar door haar meer compacte vorm en nauwere buizen klinkt ze wat minder scherp. Je vindt de cornet vooral terug in harmonieorkesten en brassbands.
Terwijl de klank van de bugel tussen dat van een trompet en dat van een hoorn zit, zit de klank van de cornet tussen de bugel en de trompet in. Dit instrument klinkt dus scherper dan de bugel, maar niet zo scherp als een trompet. De oorsprong van dit instrument ligt bij de posthoorn: daar zien we ook een buis die eerst cilindrisch is en daarna conisch.
Samen met de bugel en de trompet vormen deze drie instrumenten het klein koper.